Samenwonenden gaan uit elkaar

Als samenwonenden uit elkaar gaan, gelden er andere regels dan bij gehuwden die uit elkaar gaan. Op deze pagina vind je meer informatie omtrent de verschillende wegen die je kan bewandelen als je als (feitelijk of wettelijk) samenwonenden uit elkaar wenst te gaan.

Wat is het verschil tussen feitelijk en wettelijk samenwonen?

We spreken van feitelijk samenwonenden als twee of meer personen ingeschreven zijn op hetzelfde adres zonder dat ze een verklaring van wettelijk samenwonen hebben afgelegd.

We spreken van wettelijk samenwonenden als 2 personen een verklaring afgelegd hebben bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Welke formaliteiten dienen samenwonenden te vervullen als zij uit elkaar gaan?

Feitelijk samenwonenden die uit elkaar gaan, dienen geen specifieke formaliteiten te vervullen.

Als wettelijke samenwonenden uit elkaar willen gaan, dienen zij samen een verklaring af te leggen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand waar beiden woonden. Het wettelijk samenwonen kan ook eenzijdig door één van de samenwonenden stopgezet worden d.m.v. een verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. In dit laatste geval betekent de ambtenaar van de burgerlijke stand binnen de 8 dagen deze verklaring bij deurwaardersexploot aan de andere partij. De kosten van de betekening en kennisgeving moeten vooraf betaald worden door diegene die eenzijdig de verklaring heeft afgelegd.

Hoe kunnen ongehuwden regelingen treffen inzake hun goederen en / of hun kinderen?

Als een koppel beslist om uit elkaar te gaan dan is dit vaak een pijnlijk proces voor alle betrokkenen. Allerlei emoties steken de kop op en gelijktijdig dient er heel wat geregeld te worden: er dient beslist te worden wat er met het huis gebeurt, hoe de meubelen, het geld en de schulden worden verdeeld, hoe de zorg voor de kinderen wordt opgenomen, …

In sommige situaties is het mogelijk om zonder hulp van deskundigen de gevolgen van een scheiding te regelen. Maar soms is het moeilijk of onmogelijk om zonder hulp van derden zelf te onderhandelen en zelf oplossingen te zoeken m.b.t. de kinderen, de roerende en onroerende goederen.

Bijvoorbeeld omwille van volgende redenen:

● één van de betrokkenen of alle betrokkenen bezitten te weinig onderhandelingsvaardigheden;

● één van de betrokkenen of alle betrokkenen zijn te emotioneel om zakelijk te overleggen;

● één van de betrokkenen vertrouwt de ander onvoldoende of alle betrokkenen vertrouwen elkaar onvoldoende;

● één van de betrokkenen heeft meer macht dan de ander;

● de betrokkenen hebben te weinig informatie;

● de betrokkenen hebben grote meningsverschillen;

● de betrokkenen zitten vast in onverzoenbare standpunten;

● ….

Als het niet lukt om onderling – zonder hulp van een derde – tot afspraken te komen, zijn er 4 verschillende wegen die men kan bewandelen:

  • eerste weg de betrokken partijen onderhandelen en beslissen zelf.
  • tweede weg anderen onderhandelen en de partijen beslissen zelf.
  • derde weg de partijen pleiten allebei zelf. Een rechter beslist.
  • vierde weg twee advocaten pleiten. Een rechter beslist.

Voor de eerste weg neemt niemand een advocaat. Je onderhandelt rechtstreeks met elkaar en beslist zelf. Je kan eventueel een bemiddelaar in familiezaken in dienst nemen die jullie helpt efficiënt en gelijkwaardig onderhandelen. De bemiddelaar informeert de jullie over alle mogelijkheden en helpt jullie zodat jullie zelf een beslissing kunnen nemen die rekening houdt met de bekommernissen en de wensen van alle betrokkenen. Dergelijke afspraken maken meer kans om ook effectief nageleefd te worden.

In de tweede weg neem je elk een advocaat. Een van de advocaten zal de andere voorstellen te onderhandelen. Elke advocaat moet partij kiezen voor zijn cliënt. Elke advocaat wil dat zijn cliënt zoveel mogelijk uit de onderhandelingen haalt. Wanneer de twee advocaten een voorstel tot overeenkomst bereiken, vraagt elke advocaat aan zijn cliënt of hij met het voorstel akkoord gaat. Je neemt zelf een beslissing.

Of via de 2e weg kan je ook een notaris of een advocaat in dienst nemen. Deze notaris/advocaat treedt op als juridisch raadsman van beide partijen. In deze rol bekijkt de notaris / de advocaat dan het voorgelegde probleem louter juridisch maar in alle onpartijdigheid. Hij zal dan zijn oordeel daarover aan partijen geven en partijen in een bepaalde zin adviseren.

Voor de derde weg neem je geen advocaat. Een van de partners opent een gerechtelijke procedure. Je pleit beiden zelf. De rechter luistert naar de pleidooien waarbij de partijen de ander beschuldigen en de rechter neemt vervolgens een beslissing. In dit traject nemen de partijen m.a.w. het pleiten in eigen handen, maar geven ze het beslissen uit handen.

Voor de vierde weg neem je elk een advocaat. Eén van de advocaten zal als eerste een gerechtelijke procedure starten waarbij hij de andere partij aanvalt. De andere advocaat zal zijn cliënt verdedigen en ook de andere partij aanvallen. De advocaten maken een pleidooi. De rechter leest de pleidooien van de 2 advocaten en de rechter neemt een beslissing. In dit traject geven de partijen zowel het pleiten als de beslissing uit handen.

Welke weg kiezen?

Ieder van de wegen heeft zijn voor- en nadelen. Als je niet goed weet welke van deze 4 wegen voor jullie de gepaste weg is, kan je de hulp inschakelen van een erkend bemiddelaar om de voor- en nadelen van de verschillende wegen en betrokken dienstverleners in jullie concrete situatie te verkennen en bespreken. Als de betrokkenen na zo’n gesprek voor een ander traject dan bemiddeling kiezen, dan stopt hier de bemiddeling. Kiezen jullie voor bemiddeling dan wordt de bemiddelingsprocedure verder gezet.